Voor veel literaire personages blijkt de avond het moment bij uitstek voor een liefdesverklaring. De nacht biedt een dosis moed en lef voor de minnaar die zijn hart op tafel legt. Maar wat dan? Wordt de affectie beantwoord, en hoe? Want de nacht zet ook aan tot extra dramatiek wanneer een liefdesverklaring onbeantwoord blijft.
Pierre-Yves Trémois (illustrator), Le livre d'Eros. Parijs: Club du Livre, 1973. (UA CST, BC, MAG-MP-D 12)
In dit boek verenigt de surrealistische kunstenaar Pierre-Yves Trémois extravagante erotische illustraties van eigen hand met bekende Franse liefdesgedichten. Hier ziet u een fragment uit Les Amours de cassandre, een dichtbundel van Pierre de Ronsard uit 1552. Hij drukt hierin zijn onmogelijke liefde uit voor de 14-jarige Cassandre Salviati en is bereid om hiervoor te sterven.
Pierre Yves Trémois werd op 8 januari 1921 in Parijs geboren. Hij is een schilder, beeldhouwer, boekillustrator en juwelier. Trémois vindt zijn inspiratie in het menselijke lichaam, de dierenwereld en het wetenschappelijke universum. Hij staat bekend om zijn flamboyante artistieke stijl en sobere grafische vormgeving. Le livre d’Eros verscheen in een oplage van 5700 exemplaren op velijn, een fijne perkamentsoort, in een feloranje band van schaapsleder en met een gouden motief en titel op de rug.
Johann Wolfgang von Goethe, Het lijden van den jongen Werther, vertaald door Johann Christian Riebe. Utrecht: Bartholomeus Wild en Johannes Altheer, 1790, in-8°. (UA CST, BC, MAG-P 12.1997)
Deze Nederlandse vertaling van de bekende roman Die Leiden des jungen Werthers van Johann Wolfgang von Goethe, origineel uit 1774, beschrijft de onbeantwoorde en onmogelijk liefde van Werther voor Lotte. De herhaaldelijke afwijzingen en zijn grote verdriet leiden uiteindelijk tot een wanhoopsdaad. De geneesheer vindt de dode Werther ‘s nachts terug.
Goethe (1749-1832) was een Duits schrijver, wetenschapper en filosoof. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste Duitse schrijver in het moderne tijdperk. Dit werk vormt een hoogtepunt in de Sturm und Drang-periode (1767-1782) waarin jonge schrijvers het gevoel, de natuur en het idee van een individuele genie centraal stelden. Ongewild bracht Goethe een Werther-Effekt teweeg. Europese jongeren volgden niet alleen de levensstijl en kledingvoorschriften van de protagonist na, maar ook zijn zelfdoding. Het stadsbestuur van Leipzig besloot uiteindelijk over te gaan tot een verspreidingsverbod van het boek. Dit gold tot 1825.
___Wist je dat … Goethe zich baseerde op zijn eigen levensverhaal? Nadat hij zijn doctoraatsstudie te Straatsburg in augustus 1771 had afgerond, begon hij aan zijn stage aan het Hooggerechtshof van het Heilig Roomse Rijk in Wetzlar. Hier ontmoette hij de reeds verloofde Charlotte (‘Lotte’) Buff. Goethe bracht de volgende zomer grotendeels met haar en haar verloofde door. Toen hij in september terugkeerde naar Frankfurt, vernam hij dat zijn collega-advocaat Karl Wilhelm Jeruzalem zelfmoord had gepleegd door de hopeloze liefde voor een getrouwde vrouw.
Willem Kloos en Jeanne Reyneke van Stuwe, Liefdesbrieven gewisseld tusschen Willem Kloos en Jeanne Reyneke van Stuwe van juni 1898 tot 7 september 1899. 's-Gravenhage: uitgever onbekend, 1927. (UA CST, ALG, T&L 839.3 P-KLOO 27)
In 1927 gaven de Nederlandse dichter Willem Kloos (1859-1938) en schrijfster Jeanne Reyneke van Stuwe (1874-1951) hun innige correspondentie van 1898-1899 in druk uit. Het was een omvangrijke collectie liefdesbrieven die de vorm aannam van een psychologische liefdesroman. Op een hartstochtelijke manier beschreven ze de passie die ze voor elkaar voelden en de angst om elkaar te verliezen.
Jeanne Reyneke van Stuwe en Willem Kloos hebben eigenhandig de brieven uitgezocht, chronologisch geordend en voorzien van aantekeningen. Ze waren ervan overtuigd dat de liefdesbrieven hoe dan ook zouden worden uitgegeven na hun dood. De collectie liefdesbrieven hebben ze testamentair geschonken aan het Literatuurmuseum in Den Haag.
Laat je inspirerendoor de toverachtige woorden en hemelse liefdesuitingen en ontdek hoe de nacht hun soms parten speelt. 'En vanavond heb ik mijn hoofd tegen het donkere raam gedrukt en me moe-getuurd in den nacht of jouw brief nog niet kwam… je troostende brief, die toch komen moest na het verdriet van den heelen dag…' (brief van Jeanne, p. 40).
Willem Kloos trad op als voorman van de Tachtigers, een revolutionaire beweging binnen de Nederlandse literatuur op het einde van de 19de eeuw. De Tachtigers zetten zich radicaal af tegen burgerlijke vroeg-19de-eeuwse literatuur. Het 'kunst om de kunst'-principe en het individualisme stonden hier centraal. In 1885 richtten de prominente leiders het literaire tijdschrift De Nieuwe Gids op. Na de dood van Kloos in 1938 leidde Jeanne Reyneke van Stuwe samen met de Duitsgezinde fascistische politicus Alfred Haighton (1896-1943) de redactie. Het blad baadde in de geest van het nationaalsocialisme. De populariteit verminderde drastisch en het tijdschrift werd uiteindelijk opgeheven in 1943.
Hadewijch, Strofische Gedichten en Mengeldichten, onuitgegeven handschrift, ca. 1500. (RG, Hs. Neerl. 385/2)
Dit verzamelhandschrift, bekend als handschrift R, bevat liederen, rijmbrieven, mengeldichten en de zogeheten Lijst der volmaakten. In lied 18 vat Hadewijch de eenzaamheid, het gemis en de wanhoop die de nacht meebrengt: ‘Ic roepe, ic claghe: de minne hevet de daghe ende ic de nachte ende orewoet' (Ik roep, ik klaag: de minne bezit de dagen en ik de nachten en razende hartstocht). Met een krachtige verbeelding verwoordt Hadewijch de paradoxale ervaring van de aan- en afwezigheid van de goddelijke geliefde.
Hadewijch was een Brabantse mystica die leefde in de 13de eeuw, maar over haar leven is weinig bekend. Historische getuigenissen zijn er namelijk niet, al bevat de Lijst der Volmaakten wel waardevolle informatie. In min of meer chronologische volgorde somt ze namen op van de volmaakte minnaars van God. Aangezien zich hiertussen opvallend veel vrouwelijke leken bevinden, plaatsen historici haar in de wereld van de begijnen. Deze vrouwen woonden samen in private huizen zonder kloostergeloften te hebben afgelegd.
Hadewijchs visioenen functioneerden als hulpmiddel voor leken en begijnen om de ervaring van minne te ontdekken. Haar beeldspraak is geënt op de hoofse liefdestraditie, maar wordt uitgewerkt in een religieuze context. In tegendeel tot wat we vandaag misschien denken is liefde allerminst alleen voorbehouden voor wereldlijke literatuur. Mystici zoals Hadewijch verlangen ernaar om een te zijn met God. Die mystieke eenheid is moeilijk te bereiken en dat versterkt hun verlangen. Dit levert prachtige teksten op. Wil je meer weten over Hadewijch en haar visioenen? Neem dan zeker een kijkje op MOOC Middelnederlands, een initiatief van experten Nederlandse letterkunde van de Universiteit Antwerpen of doorblader het handschrift op het digitale platform van de Universiteitsbibliotheek. Een toegankelijke uitgave en vertaling van de liederen werd verzorgd door Veerle Fraeters, Frank Willaert en Louis Peter Grijp. De vertaling van bovenstaand citaat staat op p. 167.